In 1739 werd de verbouwde kerk ingewijd door Ds. Nicolai. Een toren kon er in de achttiende eeuw kennelijk niet meer af, maar er stond ook al een klokkenstoel met twee klokken. In 1494 werd de eerste klok in Hemrik gegoten door de reizende klokkengieter Gerhard de Wou en dit gegeven wijst erop dat er in die tijd hier al mensen woonden.
Op de klok met een doorsnede van 100 cm. en een gewicht van 650 kg. staat:
‘Sanctus Andreas is myn naem
Myn gheludt sy gode bequaem
Gerhardus de Wou me fecit’
Anno domini MCCCCXCIV (1494)
In 1727 kwam er een tweede klok. De klokkenstoel stond aan de straatkant van de kerk. In 1921 werd besloten dat de klokkenstoel vervangen en verplaatst moest worden naar
de achterkant van de kerk, maar dan met één klok en wel de eerste.
In ruil voor de bouw van een nieuwe klokkenstoel, ontving Opsterland de kleine klok. Het was de bedoeling, dat de klok naar Nij Beets zou verhuizen, maar om duistere redenen kwam deze in het torentje van de nieuwe begraafplaats van Gorredijk terecht. In 1943 werd deze klok door de Duitsers gevorderd en omgesmolten.
De grote broer in Hemrik werd vanwege de grote historische waarde gespaard.
De klokkenstoel is in 1987 weer gerestaureerd en de klok wordt nu alle werkdagen
om 12 uur door vrijwilligers beurtelings geluid.
foto: G.Mulder 28 december 2005
Materiaal stoel: Bilingahout
Kleuren stoel: Naturel bruin
Type kapvorm: Schilddak met witte schulprand
Dakbedekking: Grijze Hollandse pannen
Bouwjaar stoel: 1739
Fundering: Zes zware zwerfkeien
foto: G.Mulder 28 december 2005
Luidsysteem: Vliegende klepel
Wordt geluid bij: Kerkdiensten, begrafenissen, jaarwisseling en dagelijks om 12.00 uur
Gietjaar klok: 1495
Gegoten door: Gerardus van Wou
Diameter klok: 99,5 cm
Gewicht klok: 560 kg
Op 10 april 1945 stortte er een Engels jachtvliegtuig neer. De piloot overleefde dit niet. De mensen namen aan dat het een Engelse piloot was. Bij de teraardebestelling werd door ds. Hoving daarom het Onze Vader in het Engels gebeden. Na de bevrijding bleek, dat het een Fransman was geweest met de naam Arnaud de Saxcé. Zijn stoffelijk overschot is later op verzoek van zijn familie overgebracht naar Frankrijk.
Een gedenksteen aan deze gebeurtenis vindt men bij de ingang van de kerk in de muur.
Naast de begraafplaats bevindt zich de familiebegraafplaats van de familie Van der Sluis. Met de grafkelder die in 1860 in opdracht van Jan Alles van der Sluis gebouwd is.
Als eerste werd voornoemde J.A. v.d. Sluis hierin bijgezet en als één van de laatsten Engbert Piers v.d. Sluis. Er liggen in totaal 36 personen in deze grafkelder.
Naast de grafkelder ligt een gedenkplaat met de stamboom van de familie. In de naaste omgeving van de grafkelder zijn latere leden van deze familie begraven.